Kiezen en delen

Over iets meer dan een week mogen we onze stem uitbrengen voor de Tweede Kamer. Het is een bijzondere verkiezing, want Kabinet-Rutte II is het enige kabinet sinds Kabinet-Kok II (1998-2002) dat de eindstreep gehaald heeft. In totaal zijn er sinds de Tweede Wereldoorlog maar 6 kabinetten geweest die niet zijn gevallen, het is eerder uitzondering dan regel dus. We zien nu weer een volledige campagne, al lijkt die zich vooral online af te spelen. Er valt zoveel over stemmen te zeggen dat ik mijn best heb moeten doen om het enigszins kort te houden. Ik ga vooral in op de vragen waarom je überhaupt zou moeten stemmen en hoe je dan het beste tot een besluit over die stem kunt komen.

Zelf ben ik nog nooit zo’n zwevende kiezer geweest als nu. Ik had gedacht dat mijn nieuwe functie bij het Ministerie, met de hete adem van de politiek in mij nek, me meer helderheid zou geven. Het tegendeel is waar. Ik heb het idee dat we sinds de eeuwwisseling in een nieuwe ontzuiling terecht zijn gekomen. Want al hing de keuze voor de voetbalclub waar je bij ging de afgelopen decennia dan niet echt meer af van de religieuze en politieke overtuiging van je familie, over het algemeen bleven we toch best trouw in onze hokjes hangen. Studenten stemden D66, vegetariërs GroenLinks, brave burgervaders CDA en iedereen met een Volvo VVD. Kabinetten werden vaak ergens in het midden gevormd. Dit stabiele poldermodel werd flink door elkaar geschud de laatste jaren. Gedoog- en minderheidskabinetten, oprukkend populisme en partijenfragmentatie in de kamer. Daarnaast lijkt het alsof elke lijsttrekker wel een grote blunder heeft begaan de laatste tijd. Het zijn net mensen, die politici.

Maar goed, stemmen dus. Een kernelement van de moderne democratie, en een middel om van alle individuele wensen in het land een soort (gewogen) gemiddelde van voorkeuren te maken. Je kunt stemmen over een concreet idee of een voorstel (in een referendum), of, zoals het in een representatieve democratie gaat, voor een partij die jouw wensen het beste vertegenwoordigt. Dan hoop je dat die partij in het kabinet komt en het land mee mag besturen. Hier wordt het al gelijk ingewikkeld. Wetenschapper Kenneth Arrow bewees al dat wanneer er meer dan 2 alternatieven zijn, er geen kiesstelsel is wat aan een paar simpele eisen voldoet. Daarnaast zijn er mensen die overwegen strategisch te stemmen; heeft het überhaupt zin om op een partij te stemmen die niet erg groot gaat worden? Kan je dan niet beter op een grotere partij stemmen die heeft aangegeven wel met jouw voorkeurspartij in zee te gaan?

Vanuit economisch oogpunt is het best wonderlijk dat mensen überhaupt gaan stemmen. Er wordt vaak geklaagd over lage opkomstpercentages, maar een stemmen is een puur publiek goed. Dat wil zeggen dat er voor geen enkel individu een prikkel is om er een kostbare bijdrage aan te leveren, aangezien niemand uitgesloten worden van de democratische uitkomst als die er eenmaal is. In normale taal; als ik voor D’66 ben, heb ik liever dat alle gelijkgezinden gaan stemmen zodat ik zelf thuis kan blijven. Een stem uitbrengen, en zeker een weloverwogen stem, kost tijd en tijd is geld. In feite zou je alleen moeten gaan stemmen als jouw stem een doorslaggevende stem is en dat is hij in een stelsel als het Nederlands uiteraard nooit. We bevinden ons dus in een waar Prisoner’s Dilemma.

stempd
De schematische weergave van het stem-dilemma. Het ergste wat mij kan overkomen is dat ik wel ga stemmen maar de rest van mijn gelijkgezinden niet. Dan heb ik de tijd genomen om de stemwijzer in te vullen, mijn stemkaart niet kwijt te raken en naar het stembureau te gaan, maar omdat ik de enige ben heeft het geen enkele zin gehad. Ondanks dat het voor de maatschappij dus optimaal zou zijn als iedereen zou gaan stemmen (linksboven) zullen we vaak toch met lage opkomstpercentages blijven zitten (rechtsonder).

Gelukkig zijn er toch nog een paar redenen om wel te gaan stemmen. Ten eerste: niet stemmen is ook stemmen. Door niet te gaan stemmen geef je in sommige gevallen een voordeel aan de partij die de meeste stemmen krijgt, soms juist aan de kleinere partijen. Maar het heeft altijd een effect. Ten tweede: politici hebben als hoofddoel om herverkozen te worden, en zullen hun partijprogramma’s dus vooral richten op die groepen die gaan stemmen. De reden dat weinig partijen aandacht besteden aan de positie van jongeren (en al helemaal jongeren onder de 18) of aan die van bepaalde immigrantengroepen is dat deze notoir lage opkomstpercentages hebben. Tenslotte wordt er vaak geroepen ‘wie niet stemt mag ook niet klagen’. En als je dan nog niet overtuigd bent wordt er nog verwezen aan hoe hard er is gevochten voor het behoud van onze democratie en dat we dit stemrecht niet mogen verwaarlozen. Vanuit retorisch oogpunt prachtig maar ik vind het niet zo sterk. Stemmen is namelijk maar één van de manieren waarop je je mening kunt geven in ons land. Economen denken dan natuurlijk meteen aan de markt (wie betaalt, bepaalt), maar je kunt ook denken aan burgerinitiatieven, jezelf verkiesbaar stellen, demonstreren of iets shockerends op social media plaatsen. Al die dingen hebben waarschijnlijk meer effect dan stemmen. Maar een argument waar ik wel in geloof is dat stemmen een vorm van legitimiteit geven aan en tegelijkertijd inperken van de macht die onze volksvertegenwoordigers hebben. Als we met zijn allen naar de stembus gaan op 15 maart geven we een signaal af: we houden jullie in de gaten.

Als je dan eenmaal hebt besloten te gaan stemmen, hoe kom je dan tot een oordeel? Ik denk dat er vier mogelijkheden zijn:

  • stemwijzer/partijprogramma’s
  • visie
  • charisma
  • strategisch/proteststemmen

Slim gekozen, de naam StemWijzer. Want naast een wijzer die ons helpt richting te bepalen, zou de vragenlijst er dus ook toe moeten leiden dat we ‘wijzer’ stemmen. De stemwijzers hebben zowel positieve als negatieve kanten, wat mij betreft. Aan de ene kant bereiken ze een hele grote groep kiezers die zonder Stemwijzer überhaupt geen partijprogramma hadden bekeken en hun stem baseren op tv-optredens, campagneposters en onderbuikgevoel. Aan de andere kant spelen er ook bezwaren; is zo’n stemwijzer wel echt onafhankelijk? Heeft de manier waarop hij geprogrammeerd is niet teveel invloed op de stemkeuze van een grote massa? Daarnaast; de grootste problemen die onze regering de komende jaren het hoofd moet bieden zijn juist die problemen die we nog niet op de agenda hebben staan.  Je moet dus ook kiezen voor een partij wiens visie je vertrouwt. Wie wil je op de bres hebben staan voor Nederland als er een internationale oorlog komt waar we in betrokken raken? Als de EU uit elkaar valt? Als we getroffen worden door een grote overstroming of milieuramp?

Erachter komen wat nou precies de visie is van een partij is overigens een heel lastig karwei. Veel mensen blijken ook af te gaan op het charisma van de partijleider of de lijstduwers. Dit komt dan vooral naar boven in de verschillende tv-debatten. Je moet niet denken dat daar nog heel veel nieuwe inhoudelijke items besproken worden, maar je kunt wel zien hoe jouw politieke held het doet onder druk. Als laatste is er nog de motivatie om strategisch te stemmen. Dit is een zeer gevaarlijke. Partijen doen al uitspraken over met wie ze wel en niet in de regering zouden willen, maar het is maar de vraag hoeveel hier van overeind blijft in een formatie. Daarnaast is er een groep mensen die als protest op een extremere partij stemmen dan waar ze eigenlijk achter staan, om maar een signaal af te geven naar regeringspartijen. Maar als genoeg mensen dit doen kan juist deze extreme partij in de regering komen en dat wil je misschien toch ook liever niet.

Samenvattend; als homo economicus is het niet erg rationeel om te gaan stemmen, maar als je niet stemt, stem je ook. Tegenwoordig kun je op steeds meer plaatsen stemmen, dus daar zit het hem niet meer in. Een weloverwogen stem kost extra tijd. Ik kan niet zeggen of het beter is om te stemmen op partijprogramma’s, visie of charisma. Een mix van al deze elementen lijkt mij het ideaal. Ga echter niet strategisch te stemmen gebaseerd op wat peilingen of anderen zeggen, want recente referenda en verkiezingen leren ons dat peilingen het flink mis kunnen hebben en de uitslag dan wel eens een stuk extremer kan uitpakken dan je eigenlijk had gewild.

 

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s