Mij is de laatste dagen een paar keer de vraag gesteld: wat gaat dit nu betekenen voor de economie? Het is lastig om toe te geven dat je dan als econoom eigenlijk net zo machteloos staat als iedereen. Het liefste zou ik mezelf ook nuttiger kunnen maken dan ik – voor mijn gevoel – nu doe, want hoewel ik gewoon door kan gaan met mijn werk; wie zit er nu te wachten op doorrekeningen van allerlei ingewikkelde belastingscenario’s? Ook is er veel kritiek op de economische benadering van een dergelijke crisis: zou het redden van mensenlevens niet boven elke (bedrijfs)economische overweging moeten gaan? Ik gebruik mijn extra vrije tijd dan nu in ieder geval om een persoonlijke bespiegeling te geven op deze extreme situatie, met een economische bril.
N.B. Dit is mijn persoonlijke beleidsopvatting. Die heeft niets te maken met die van mijn werkgever. Ik heb ook niet alle informatie, en ik vertrouw erop dat de regering met al de beschikbare informatie op dat moment, de beste beslissingen maakt voor het welzijn van ons allen.
Het waren sowieso de laatste jaren al vreemde tijden voor onze wetenschap: veel modellen die jarenlang het economisch verkeer beschreven, sloten niet meer aan bij de huidige werkelijkheid. We zagen in veel landen aanhoudende economische groei maar een lage of zelfs negatieve rente. Bedrijfswinsten namen toe en er was krapte op de arbeidsmarkt, maar de lonen stegen niet mee. De simpele wetten van vraag en aanbod leken niet voldoende om deze problemen uit te leggen. Daarnaast was er ook kritiek op de ‘mainstream economics’. Volgens critici zetten economische modellen mensen weg als rationele winstmaximalisators zonder oog voor welvaart in de brede zin, en hebben deze modellen mede bijgedragen aan de klimaatcrisis en de inkomensongelijkheid.
Schokken voorspellen is iets waar we gewoon toegegeven erg slecht in zijn als beroepsgroep. Alle modellen zijn erop gemaakt om de ‘steady state’ en de weg daar naar toe te voorspellen. Als er structurele problemen ontstaan in de ‘aanbodkant’ van de economie, zoals vergrijzing, een tekort aan natuurlijke hulpbronnen of doordat er oververhitting optreedt op markten, kunnen we vaak wel aan zien komen dát er een crisis aankomt. Maar wanneer, en hoe lang, daarover tasten ook economen in het duister. Deze crisis is echter geen economische crisis, maar een pandemie met grote economische gevolgen. Ook voor deze pandemie geldt echter dat wetenschappers al jaren voorspelden dát er één zou komen, al was onbekend welke ziekte het zou betreffen en wanneer. Dus bleken we toch onvoorbereid.
Wat kunnen we dan wel als economen? We kunnen mechanismen laten zien die tot bepaalde ontwikkelingen leiden, en we kunnen lessen leren uit vorige crises; op welke manier zijn die vergelijkbaar, welke beleidsmaatregelen werkten goed, en welke juist averechts?
Wat deze periode ook afwijkend maakt is dat er tegelijkertijd een vraag en een aanbodschok is. Productie valt stil omdat fabrieken werknemers thuis moeten laten blijven, en consumenten stellen tegelijkertijd alle aankopen uit die niet voedsel of zorg gerelateerd zijn. Bepaalde sectoren worden onevenredig hard geraakt; natuurlijk de horeca die gesloten wordt, maar bijvoorbeeld ook de gehele entertainmentsector en de toeristische sector vallen stil. Ook zijn er altijd sectoren die profiteren: de supermarkten kunnen de voorraden niet aanslepen, en bedrijven die elektronica leveren voor thuiswerken of thuisentertainment zullen ook veel vraag krijgen. Maar ook zij kunnen te maken krijgen met knelpunten aan de aanbodkant.
De economische beleidsreactie is tot nu toe vrij uniform geweest. De FED, de Amerikaanse Centrale Bank, gooide in een vroeg stadium al de rente omlaag. Het is echter de vraag of dit nu wat uithaalt, aangezien bedrijven grote investeringen niet uitstellen door een gebrek aan goedkope financiering, maar door de grote onzekerheid en onmogelijkheden tot productie. Wat bedrijven nu vooral nodig hebben is liquiditeit, oftewel cash geld om hun rekeningen te betalen tot dit voorbij is. Veel overheden zijn overgegaan tot het verstrekken van overbruggingskredieten, het uitstellen van (belastings)betalingsverplichtingen en de mogelijkheid tot arbeidsverkorting. Of dit genoeg gaat zijn, zal afhangen van de lengte en de diepte van de crisis. In China wordt nu weer op 90% van de productiecapaciteit gedraaid, maar is de pandemie daar permanent over of kunnen er weer nieuwe pieken komen? Begrotingsregels van de EU kunnen in deze uitzonderlijke situatie denk ik wel aan de kant worden gezet. De Nederlandse staat bevindt zich in een vrij goede positie, maar ook die zal op een gegeven moment tegen grenzen aanlopen. Daarnaast is het lastige dat deze schok de hele wereld raakt, waardoor overheden niet van elkaar kunnen lenen.
De één zijn dood is de ander zijn brood is een spreekwoord wat ook in Coronatijden opgaat. De beurzen hebben historische verliezen geleden de afgelopen dagen, te vergelijken met de crash in 2008. Veel mensen vergelijken de economische gevolgen van de Coronapandemie ook met die financiële crisis. Toen was het echter de financiële sector die dreigde om te vallen, en daarmee ook wel veel bedrijven meenam, maar kwam het niet tot een complete stillegging van economische activiteit in veel sectoren. Wat die beurs betreft: voor mensen met een grote aandelenportefeuille lijken de verliezen nu desastreus. Ook de pensioenfondsen komen in grote problemen met hun dekkingsgraden door de dalende aandelenkoersen. Enkele landen hebben al een verbod op ‘short gaan’ ingeroepen, dat betekent dat je geen opties meer mag nemen op het verlies van een bedrijf. Daarnaast zijn er ook automatische mechanismen in werking sinds 2008, waardoor de aandelenhandel automatisch een kwartier sluit als er een te snelle daling optreedt.
Ik vraag me zelf af of de beurzen in deze uitzonderlijke situatie niet helemaal gesloten zouden moeten worden. Natuurlijk betekent dit een rem op financiering en groei van bedrijven, maar ik vraag me toch af welke bedrijven in deze tijden uitbreidingsinvesteringen willen doen. Ik kan de gevolgen niet volledig overzien van het sluiten van de beurzen aangezien ik geen expert ben in financiële economie. Maar ik zou graag horen dat iemand me uitlegt waarom het essentieel is dat ze open blijven. Deze pandemie leidt tot paniekerig kuddegedrag, waardoor de financiële gevolgen wellicht veel groter worden dan nodig. Een kleine groep mensen, wordt door hierop te speculeren rijk ten koste van het verlies van vele anderen. Normaliter is het advies: houd je aandelen vast in barre tijden, als je het geld kunt missen, en op de lange termijn komen ze er weer bovenop. Of je dat nu ook doet hangt er vanaf of je gelooft dat dit slechts een tijdelijke schok is, of een gehele ‘reset’ van het systeem waardoor hoge rendementen überhaupt iets van het verleden zijn.
Want ja, die laatste gedachte is ook wel door mijn hoofd gegaan. ‘Never waste a good crisis’ is een bekend mantra onder bestuurskundigen en economen. Crisis leggen structurele problemen bloot, en maken het draagvlak om deze aan te pakken groter. Als de Nederlandse regering drie weken eerder het massale thuiswerken en sluiten van de horeca had aangekondigd, was iedereen gaan steigeren. Pas toen de ernst van het probleem duidelijk werd, wilden we hieraan meewerken. De positieve bijvangsten van deze verschrikkelijk nare tijden lijken op het eerste gezicht onder andere te zijn: minder vervuiling en stikstofuitstoot, minder files, meer tijd voor kinderen en huisdieren, meer waardering voor zorg- en onderwijsmedewerkers, meer oog voor de kwetsbaren in de samenleving en een beroepsbevolking die leert te wennen aan het thuiswerken.
Zou, met de juiste beleidsmaatregelen, een deel van deze positieve bijvangsten in stand kunnen blijven nadat het virus ons verlaten heeft? Veel mensen realiseren nu dat ze ‘bullshitbanen’ hebben die eigenlijk best gemist kunnen worden. Betekent dit dat de beloning voor deze banen eigenlijk een ‘out-of-equilibrium’-situatie was, te hoog dus, en dat deze crisis het evenwicht weer herstelt in het voordeel van de ‘kritieke sectoren’?
Tegelijkertijd moeten we ook niet vergeten dat Nederland zich goede zorg en publiek onderwijs kan permitteren, ten dele omdat we ook uitblinken in vele andere (kennisintensieve) sectoren en daarmee veel belastinginkomsten worden gegenereerd.
Want ja, die kritieke sectoren baren ons toch wel zorgen. Gaan onze ziekenhuizen de grotere piek aan slachtoffers aankunnen en blijft de voedselproductie in stand? Een deel van de hamsterende bevolking denkt blijkbaar van niet. Hoe extremer de situatie wordt, hoe dichterbij het scenario lijkt waarin de overheid bepaalde bedrijven zou kunnen gaan nationaliseren ofwel heel sterk reguleren, waardoor bijvoorbeeld de toevoer van zorgmiddelen eerlijk over zorginstellingen verdeeld wordt. In een lang aanhoudende situatie als deze zou ik me zelfs voedselpakketten of voedselbonnen kunnen voorstellen. Volgens mij is dat effectiever dan het verschaffen van uitkeringen aan tienduizenden mensen die hun banen kwijtraken, die daarmee vervolgens naar de supermarkt rennen om alle schappen leeg te trekken, met hyperinflatie als gevolgd. Maar goed, nu kom ik wellicht over als een communist, extreem is het zeker. Unorthodox times ask for unorthodox measures..
Het laatste punt wat veel opkomt in het debat is de keuze voor ofwel het mitigeren van het virus, ofwel het gecontroleerd verspreiden en hopen op groepsimmuniteit, waar Nederland voor kiest. Dit is een heel gevoelig thema, waarbij de kosten en baten van beide scenario’s hoogst onzeker zijn. Als nu overgegaan wordt tot een extreme lockdown, voor hoe lang is dat dan nodig? En wat gebeurt er als we weer de straat op mogen? Tegelijkertijd is het nog niet duidelijk of je echt immuun wordt als je het virus al een keer hebt gehad, en hoeveel doden het zal vergen om groepsimmuniteit te bereiken. Dit raakt aan de vraag hoeveel een mensenleven waard is. Hier durf ik zelf geen uitspraken over te doen. Wel denk ik dat we ook niet moeten onderschatten dat een (langdurige) lockdown ook levens zal kosten. Routinecontroles en operaties worden nu al niet meer uitgevoerd bij huisartsen en in ziekenhuizen. Bij dit soort checks komen er toch vaak – meer dodelijke – onderliggende problemen naar boven. Daarnaast maak ik me zorgen om het aandeel geesteszieken in ons land, waaronder helaas ook een hoog aantal doden valt. Ook zij kunnen momenteel niet alle zorg krijgen die ze nodig hebben. Een gebrek aan beweging en aan vitamine-D uit zonlicht kan op de lange termijn ook tot een lagere levensverwachting leiden. En zo zullen er tal van andere voorbeelden zijn.
Al met al is het een extreem lastige tijd die zijn weerga in de recente geschiedenis niet kent. Voor de premier en zijn hoogste ambtenaren geldt dat er ontelbare hele moeilijke beslissingen gemaakt moeten worden. Ik ben blij dat ik niet hun zijn schoenen sta. Voor mezelf geldt dat ik vooral probeer mijn gezond verstand te blijven gebruiken en te helpen waar ik kan. Toch is het inzicht dat ik als 15-jarige vakkenvuller, onmisbaarder was geweest in deze situatie, dan nu na jarenlang onderwijs, wel een pijnlijke.