Vóór alles de marathon

Sportprestaties kunnen inspireren. Deze keer waren het niet hardloophelden Abdi Nageeye of Koen Naert, of Hercules op wielen MvdP die daarvoor zorgden, maar kwam het van dichterbij huis. Sinds zondag denk ik alleen maar: als Triton de Varsity na 52 jaar weer kan winnen.. dan kan ik ook weer topfit worden en een goede marathon lopen.

dav
dav

Mensen die mij goed kennen, weten dat 2018 een moeilijk jaar voor mij was. In het voorjaar werd ik door de sportarts overtraind verklaard en moest ik beginnen aan een lange periode van herstel. De marathon in Berlijn, die ik ‘rustig’ liep, kwam eigenlijk nog te vroeg, en daardoor heb ik daarna ook nog een lange tijd minder getraind. In december liep ik totaal onbevangen, met afgeplakt horloge, weer voor het eerst in heel lange tijd een wedstrijd die ook als wedstrijd voelde: de roemruchte Kopjesloop in Delft. Het ging beter dan verwacht en dat voelde als de afsluiting van een jaar lang gezeik.

In januari en februari liep ik nog de voorjaarsklassiekers Egmond en Schoorl, nog niet op topsnelheid maar zeker in Schoorl moest ik concluderen dat het niveau weer begon te komen: slechts 3,5 minuut boven mijn PR op de halve marathon. Nu zit ik een tijdje in Parijs, waar ik best lekker kan trainen, zo lang ik maar niet struikel over de kasseien. Ik roep al een tijdje dat ik waarschijnlijk wel weer een marathon wil doen dit najaar, maar dat ik me pas inschrijf als ik zeker weet dat ik fit ben.

Maar wat klinkt er in die woorden door?

Ik merk dat ik ruim een jaar gesport heb, en misschien ook wel geleefd, vanuit angst.

Angst om diep te gaan.

Angst om weer te hard te trainen.

Angst om geblesseerd te raken, mijn voeten te breken (soort van half gebeurd).

Angst om weer mijn menstruatie kwijt te raken.

Angst om mijn werk te verwaarlozen.

Angst om dingen te missen, de bekende FOMO.

Angst dat ik nooit een leuke relatie krijg als ik me als saaie monnik met sporten bezig houd.

Angst dat ik misschien zelfs met heel hard trainen nooit meer echt snel zal worden.

Angst dat anderen daar iets van zullen vinden.

Maar bovenal: angst om weer doelen te stellen en echt ergens vol voor te gaan.
Ik moet nu terugdenken mijn jaar als eerstejaars dame bij Triton. We waren best wel sterk, top 5 op de NKIR, maar in het voorseizoen niet erg goed, zeg maar gerust erg slecht. Toen de 2-kilometer wedstrijden aanbraken begonnen we echter te voelen dat we toch wel wat konden. We begonnen voorwedstrijden te winnen, maar als we dan eenmaal in de finale lagen was het meestal een grote deceptie: het bekende fenomeen choking.

Ik herinner me één moment, op de ZRB, na weer zo’n goed verlopen voorwedstrijd. De spanning was voelbaar, maar we spraken één ding af: deze wedstrijd gaan we niet roeien uit angst om te verliezen, maar met de wil om te winnen. We gaan er helemaal voor. En dat is doodeng, want als het dan toch niet lukt, is de emotionele klap des te groter. Ik zou deze anekdote graag willen afsluiten met het heuglijke feit dat we daar glansrijk wonnen, maar dat was helaas (nog) niet zo. Vele tranen werden gelaten tussen de bomen in Hilvarenbeek, maar deze nieuwe houding was wel iets wat we niet meer loslieten. Vanaf toen gingen we écht in onszelf geloven en volgden er mooie overwinningen.  We zagen onszelf groeien als het Jamaicaanse bobsleeteam in onze favoriete ploegfilm.
Roeien is de één van de weinige sporten waarbij je niet ziet waar je naartoe gaat, of hoever je tegenstanders voorliggen als je niet voorop ligt. Je moet er dus letterlijk met blind vertrouwen in gaan.

hB

In dat jaar waren Kaj en Harold al de roeihelden van Triton. Toen ik 8 jaar later afscheid nam omdat ik naar Den Haag verhuisde, waren ze dat nog steeds. Sommige mensen probeerden het leed van de niet-gewonnen Varsity te verzachten;  “word je er niet te oud voor, wellicht lukt het de volgende generatie”. Maar deze roeihelden verscholen zich niet achter excuusjes waarom het weer niet lukte, maar bleven met oogkleppen op voor dat doel gaan. Des te pijnlijker wanneer het niet lukt, maar op een dag lukte het wel.

Deze zomer las ik het boek You are a badass: how to stop doubting your greatness and start living an awesome life. Jen Sincero vertelt dat de ‘beliefs’ die we over onszelf hebben ons vaak klein houden. Maar ze geven ons ook iets, anders zouden we ze niet zo lang aanklampen. Wil je dus afkomen van deze gedachten over jezelf, moet je ontleden waar ze vandaan komen en wat ze je op dit moment geven. Dan is de laatste stap: besluiten dat ze je veel hebben gebracht in het verleden, maar dat je ze niet meer nodig hebt.

Mijn angsten van afgelopen jaar komen wel degelijk ergens vandaan. Ik heb inderdaad te lang mijn grenzen genegeerd. Ik heb blessures gehad. Maar die ervaringen moeten me niet blijven belemmeren door angst, ik moet ze juist dankbaar zijn voor de wijze lessen die ik heb geleerd. En dan met volle onbevangenheid me weer storten op de training van vandaag en verder niks.. geen gepieker over verleden of toekomst, gewoon nu.

Dus vandaag begon ik met een koude douche en nam ik een besluit.

Vóór alles de marathon. 

Welke marathon dat wordt? Eindhoven, op 13 oktober. Om en nabij een halfjaar vanaf nu. Daar liep ik ook mijn 2e marathon, en dat was de plek waar ik mij voor het eerst onoverwinnelijk voelde. Het zelfvertrouwen wat ik daar vanaf kilometer 30 ervoer, dat wil ik terugvinden. Want ja, misschien neem ik dit hele hardlopen allemaal veel te serieus, vooral voor iemand die een grotemensenbaan heeft en waarschijnlijk nooit hoger gaat komen dan ergens rond plek 40 in de Runners World marathonranglijst.
Maar hardlopen is voor mij – en vele anderen – een metafoor voor het leven. Nu we in de Westerse wereld de grote struggles van het ‘overleven’ al enige tijd achter ons hebben gelaten zoeken we naar doelen in ons leven. Sporten op de limiet van wat je kunt geeft je het gevoel dat je echt leeft, in plaats van dat je zit te kijken hoe de wijzers van de klok bewegen.

eindhoven

Als ik me goed voel in het lopen, voel ik me ook onoverwinnelijk op andere vlakken. Maar als ik gefrustreerd ben over vooruitgang op het werk, dan biedt hardlopen vaak alsnog uitkomst. Het is zo lineair: wat je erin stopt, krijg je er vaak ook uit. Het heeft dus geen zin meer om benijdend te kijken naar andere sporters en te denken dat ik nooit (meer) zo goed zal worden als zij. Op een enkel megatalent na, werken die mensen er gewoon superhard voor. En als ik dat gevoel ook weer wil ervaren, moet ik ophouden met smoesjes verzinnen en het halfbakken doen, en er net zo naief en onbeholpen hard invliegen als zij. Met oogkleppen op en plankgas. En als er één afstand is die dat verdient en afdwingt, dan is het de marathon wel. In Berlijn heb ik ervaren dat je best een marathon uit kunt lopen met 2 duurlopen als je een goede basis hebt, maar het geeft een stuk minder voldoening.

Hoe mijn plan er precies uit gaat zien en of het doel nog concreter wordt dan ‘me weer topfit voelen en een marathon lopen’ dat weet ik nog niet. Eerst maar eens de kernelementen op de rit krijgen: voeding, slaap en herstel, trainen en mindset. Mijn voeten optillen tijdens het lopen. Er mogen ook best een paar kilo’s af, maar het belangrijkste is; ik voel me nu al kilo’s lichter nu ik niet meer die faalangst met me meesleep.

En oja..

Triton wint de Varsity!

 

triton

 

Advertisement

2 thoughts on “Vóór alles de marathon

Leave a Reply to witte zeepdispenser Cancel reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s