Er zijn vele films gemaakt over wat er gebeurt als robots de macht over de mensheid overnemen. Vanwege mijn werk heb ik de laatste tijd ook nagedacht over de ‘dreigingen’ van robotisering en andere trends, maar dan vooral voor onze belastingheffing de komende decennia. Nu zal de gemiddelde mens daar een stuk minder van wakker liggen, maar het is slechts één van de relevante vragen die opkomen als je nadenkt over een toekomst waarin robots steeds meer kunnen. Momenteel wordt meer dan de helft van onze publieke sector betaald uit de belastinginkomsten op arbeid, dus wat gebeurt er als een groot deel van de productie geleverd wordt door robots? Moeten robots ook belasting betalen? Gaan we toe naar een basisinkomen? Hebben wij werk nodig voor ons levensgeluk, en zo ja, wat voor banen zullen er overblijven? Hebben robots ook pauzes en vakantie nodig, en wie is hun baas? Hoe voorkomen we dat de artificial intelligence zo slim wordt dat er geen mensen meer nodig zijn? Laat me jullie meenemen in een klein gedachtenexperiment, dat waarschijnlijk meer vragen oproept dan het beantwoordt.
De enige constante is verandering
Robotisering, automatisering, globalisering, digitale decentralisatie, de omslag van bezit naar gebruik. Het zijn de belangrijkste trends die door grote consultancy-firma’s aangewezen worden voor de nabije toekomst. Veel mensen zullen direct opmerken dat deze trends niet nieuw zijn; globalisering en de voor- en nadelen daarvan, voeren we daar niet al tientallen jaren discussies over? Het woord automatisering wordt het meest geassocieerd met de beweging in de jaren 80, waarin veel kantoren overgingen op het gebruik van computers voor hun kernprocessen. Maar in feite is de term veel ouder, en slaat het op het vervangen van arbeid door machines in de breedste zin van het woord, zoals de radio die kamerorkestjes verving en de paardentrams die plaats moesten maken voor elektrische trams. De wereld om ons heen is constant in beweging en een geweldige eigenschap van het menselijk ras is veerkrachtigheid; we hebben ons tot nu toe altijd aan weten te passen. Waar experts echter voor waarschuwen is dat verandering altijd eerst langzaam, en dan exponentieel sneller plaatsvindt. We bevinden ons nu op de tweede helft van het schaakbord.

De beperking op automatisering heeft tot nu toe vooral gezeten in Moore’s Law: het principe dat het aantal transistors op een microprocessorchip ca. elke 2 jaar verdubbelt, en daarmee ook het werkgeheugen, de snelheid en de opslagcapaciteit van onze digitale processen. Elke keer als we tegen de beperkingen van de technische mogelijkheden aan lijken te lopen, volgt er weer een doorbraak. Kan deze snelheid van innovatie vastgehouden worden? Of gaan we juist ontsnappen aan deze wet doordat onze robots nu zelf robots kunnen bouwen, onze algoritmes zelf algoritmes kunnen schrijven en onze artificial intelligence zelf uitvindingen gaat doen?
De kansen en de dreigingen
Vooral dat laatste vinden veel mensen een eng idee. Toch blijkt de Science Fiction scenarios niet zo heel ver van de werkelijkheid te liggen: aan de Vrije Universiteit heeft professor Eiben een programma opgezet om aan te tonen dat robots zich al kunnen voortplanten (zie filmpje).
De laatste jaren verschijnen er regelmatig onderzoeken die waarschuwen dat verplegers, chauffeurs binnen enkele jaren overbodig zullen worden, en zich maar beter vast om kunnen laten scholen tot iets anders. Hier is enige nuance wel op zijn plaats: McKinsey heeft een automation monitor gemaakt waar ze per baan kijken welke taken er uitgevoerd moeten worden, en hoeveel van die taken nu al technisch automatiseerbaar zijn. Robots kunnen al veel, maar we zijn nog lang niet in het stadium van ‘deep learning’ aanbeland, waar een robot zelf van zijn fouten kan leren en zo beter bestand wordt tegen onverwachte scenario’s. Momenteel moeten alle handelingen ingeprogrammeerd worden, dus de banen met veel repetitieve taken met een voorspelbaar karakter vallen onder de hoogste percentages automatiseerbaar, rond de 70%. Opvallend is dat dit de ‘food and accomodation’-services zijn, en niet de transportbanen zoals men misschien zou verwachten. Een andere nuance die aangebracht moet worden is dat technisch automatiseerbaar niet betekent dat die baan als menselijke arbeidsplaats snel zal verdwijnen. Daarvoor moet namelijk aan twee andere voorwaarden voldaan worden; economisch automatiseerbaar en maatschappelijke acceptatie. Een fabrieksarbeider die tegen een hongerloon in Bangladesh t-shirts vouwt is misschien technisch automatiseerbaar en dat zou zeker maatschappelijk geaccepteerd zijn, maar het is (nog) niet economisch automatiseerbaar: deze mensen zijn nog veel goedkoper dan hiervoor robots ontwikkelen. Voor thuiszorg geldt dan weer dat veel taken zowel technisch als economisch automatiseerbaar zijn, maar dat maatschappelijke acceptatie nog ver weg is. Een ander weerwoord tegen de uitspraak dat laaggeschoolde arbeiders in grote getale overbodig en werkloos zullen worden is dat ook deze automatiseringsgolf niet nieuw is; we hebben het al vaker meegemaakt, steeds ontstonden er nieuwe banen waarvan men het bestaan nooit had kunnen bedenken en pasten we ons aan. Echter; de snelheid waarmee de veranderingen nu op ons afkomen is hoger dan ooit, en sommige experts vrezen dat robotisering het begrip arbeid fundamenteel kan veranderen. Als we de vergelijking trekken met de paardentrams uit de jaren 30, zijn de arbeiders van nu dan te vergelijken met de trambestuurders, of met de paarden?
Er zijn echter ook veel kansen te vinden in robotisering. Voedselproductie kan bijna gratis worden, we zullen voldoende (robot)handen aan het bed hebben, mensen hoeven niet meer in erbarmelijke omstandigheden te werken, we maken mensen vrij om leuke dingen te doen en na te denken over echt complexe situaties. De voorstanders van de robotisering zien het als het einde van armoede, een mogelijke oplossing voor oudereneenzaamheid, een hogere veiligheid in het verkeer, een acceleratie van innovatie. Hier moet tegenin geworpen worden dat elke grote disruptie winnaars en verliezers creëert, en dat deze trend de inkomensverschillen tussen de haves en de have-nots, en de hoger- en de lageropgeleiden waarschijnlijk alleen maar zal vergroten. Vandaar dat de discussie dikwijls snel samengetrokken wordt met die over een universeel basisinkomen; wat kunnen we doen om de verliezers van deze disruptieve trend te compenseren?
Wat je vroeger later wilde worden
Sinds 1850 kennen de meeste Westerse landen een onafgebroken opwaartse trend in het inkomen per persoon, gedreven door een groei in arbeidsproductiviteit. Keynes zag dit in het begin van de 20e eeuw gebeuren en voorspelde dat we weldra van deze luxe gebruik zouden maken en naar een werkweek van 15 uur zouden gaan. Als je basisbehoeften en nog een beetje extra vervuld zijn, waarom zou je dan nog extra werken? We weten echter allemaal dat dit niet gebeurd is, het aantal gewerkte uren is alleen maar gestegen. Robert Gordon propageert tegen het geloof in gestage economische progressie, hij beweert dat de arbeidsproductiviteit zoals die nu gemeten wordt een grove overschatting is en dat we er in werkelijkheid helemaal niet zo op vooruit zijn gegaan. De uitvindingen die de levensstandaard het meest hebben veranderd, werden allemaal vóór WOII gedaan volgens Gordon. Of ik hem helemaal geloof weet ik niet, maar het is zeker een interessant boek om te lezen (of om je armspieren mee te trainen).
Eén ding staat vast; waar we vroeger allemaal kok, schrijver, voetballer of brandweervrouw wilden worden, kom je met een rondje LinkedIn toch een stuk vreemdere titels tegen. Wie droomde er vroeger nou echt van om customer experience optimizer, business intelligence consultant of online influencer te worden? Om het nog gekker te maken, een vriendin van mij werd laatst aangenomen bij een hip tech-bedrijf en mocht zelf haar eigen functietitel kiezen!
Mijn voorspelling is dat de trends van robotisering, automatisering, digitale decentralisatie (delen ipv hebben) en last but not least de 3-d printer dit alleen maar verder door zullen zetten. We hebben steeds minder mankracht nodig om onze basisbehoeften te produceren tegen steeds lagere kosten. De mens haalt echter voldoening op veel niveaus uit werken dus we zullen iets zoeken om ons te vermaken. Welkom in de wereld van app-ontwikkelaars, vloggers, dienstverleners, personal trainers, vrijetijdsmanagers en ondernemers in de vermaakindustrie?
Human in the loop
Eén ding staat vast: programmeurs zullen in deze nieuwe wereld steeds belangrijker worden. Deze boodschap moet goed door gaan dringen op vele niveaus, bijvoorbeeld bestuurlijk, juridisch en in beleid. Als alle belastingheffing straks digitaal en automatisch gaat, kun je maar beter een team van juristen en programmeurs samen laten werken om te zorgen dat subtiliteiten uit de wet niet ‘lost in translation’ raken.
Een andere zorg is de vraag hoe we de ethiek in dit hele proces bewaken. Hoe zorgen we dat onze privacy beschermd blijft als digitale informatiestromen overal hun sporen achterlaten? Hoe voorkom je dat zelfschrijvende algoritmes niet zodanig ingewikkeld worden dat geen mens ze meer snapt? Moet bij belangrijke beslissingen altijd een ‘human in the loop’ blijven of laten we de supercomputer door middel van Big Data de keuze maken met het minste risico? En als het dan alsnog fout gaat, bij wie ligt dan de schuld? We weten dat robots nooit staken of op vakantie gaan, maar als ze steeds meer productieve arbeid gaan verrichten, hebben ze dan ook rechten nodig?
Dit zijn fascinerende vraagstukken die een bredere blik vragen dan die van de programmeur, de filosoof, de jurist of de beleidsmaker op zichzelf.
Om dit gedachtenexperiment af te sluiten geef ik jullie een leuke huiswerkopdracht mee, die laat zien hoe onvoorspelbaar toekomsttrends zijn. Ga eens naar de videotheek (voor de jonge lezers, een soort analoog Netflix) en huur een SciFi film uit de jaren 90. Welke futuristische ideeën van toen liggen dicht bij de huidige werkelijkheid, en welke zijn (nog) lang niet binnen bereik of totaal de verkeerde richting in gedacht? Welke ontwikkelingen zijn er juist bijgekomen, in totaal nieuwe en andere richtingen dan wie dan ook maar dacht? Je hoeft er geen Nostradamus voor te zijn, als we nou allemaal onze toekomstvoorspellingen opschrijven en bundelen, is er over 50 jaar vast wel eentje uitgekomen.
Gaan we straks met cryptocurrencies inschrijven voor hardloopwedstrijden?Worden we allemaal een soort van bladerunners met hardloopschoenen met veren? Of worden wij luie toeschouwers die robotlopers nog slechts aanmoedigen? Leuk stuk en leuk om over te robotsoferen (tijdens het hardlopen 😉)
LikeLiked by 1 person
Je zou je ook nog een soort tegenbeweging kunnen voorstellen, omdat robots de meeste dingen efficiënter, beter, sneller kunnen dan wij, gaan we juist steeds meer terug naar de primitieve basis in het sporten, om onze menselijkheid te bewijzen!
LikeLiked by 1 person
Mooie gedachte! Als ze maar niet zo creatief worden dat ze ons er uit gaan bloggen 😉 al heb ik het idee dat (data crunching) veel nieuws bij reuters en Bloomberg al door computers uitgespuugd wordt
LikeLiked by 1 person
Ik weet dat een door een robot geschreven boek de finale heeft bereikt van een schrijfwedstrijd 😦
Maarja.. ligt dat aan de vernuftigheid van de robot of het gebrek aan creativiteit van de menselijke tegenstand? 😛
LikeLiked by 1 person